TrosKompas

Once.jpg

Once the dust settles (2020)

3
Filmmaker John Appel bezoekt in zijn nieuwe documentaire drie plaatsen waar in het nabije verleden rampspoed heeft toegeslagen: Amatrice, Tsjernobyl en Aleppo. Wat rest er nu het stof is gaan liggen?

Op het gebied van documentaires is John Appel een routinier. Zijn twintig jaar oude film ‘André Hazes – Zij gelooft in mij’ is een van de best bezochte documentaires van de afgelopen halve eeuw. Met zijn films ‘The last victory’, over de beroemde paardenrace van Siena, en ‘The player’, over zijn gokverslaafde vader, reisde hij vervolgens van festival naar festival. Met ‘Once the dust settles’ maakte Appel een drieluik over vergankelijkheid, vernietiging en herstel. Hij koos drie plekken die eerder door een ramp werden getroffen en waar de slachtoffers nu de scherven oprapen en de draad weer oppikken. De kernramp in Tsjernobyl van 1986 is het langst geleden, maar daar is de destructie ook het grootst. De stad zal nog lange tijd onbewoonbaar blijven, maar korte bezoekjes zijn inmiddels mogelijk. Het toerisme steekt de kop op en een voormalige werknemer van de kerncentrale geeft rondleidingen.

Menselijke veerkracht
De verwoesting van de Italiaanse stad Amatrice ging het snelst. Een aardbeving van luttele seconden maakte in 2016 een groot deel van de gebouwen met de grond gelijk. Een lokale pastoor begint zich nu te realiseren dat de stad nooit meer zal worden herbouwd. De derde plek die Appel bezoekt is het Syrische Aleppo, dat in acht jaar burgeroorlog veranderde in een platgebombardeerde dodenstad. Nu het leger van Assad de touwtjes weer in handen heeft en de rebellen zijn verdreven of gedood, begint het dagelijkse leven terug te keren. Er lopen zelfs alweer groepjes toeristen rond om de restanten van historische bouwwerken te bekijken. Appel schetst een aardig beeld van wat er gebeurt nadat alle nieuwscamera’s zijn verdwenen. De menselijke veerkracht is iets wat hij op alle drie de plekken aantreft.