TrosKompas

SOBIBOR_POSTER_70x100cm_DEF.jpg

Sobibor (2018)

Twee violisten spelen op het perron een lieflijk deuntje en door de luidsprekers klinkt het vriendelijk ‘Hartelijk welkom in Sobibór.’ Nogal wrang, want het naziconcentratiekamp in Polen is een ware hel en het eindstation voor vrijwel iedereen die er met de trein arriveert. Geen wonder dat enkele gevangenen op een ontsnapping broeden, ondanks de bloederige represailles van de nazi’s. Helaas komt deze geschiedenis in de film nauwelijks aan bod. Je ziet weinig van de voorbereidingen en pas aan het eind is er sprake van een echte ontsnapping. Wel veel aandacht krijgt de wreedheid van de bewakers en dan met name de lol die ze daarbij lijken te hebben. Tijdens een drankfeest spannen ze mannen voor een paardenwagen om rondjes te racen, en ze blijven grappen maken als ze voor straf elke tiende man doodschieten.

Zwart-wit
Die sfeer in het kamp shockeert en is het sterkste punt van deze film, maar kleurt het geheel ook zeer zwart-wit. De Duitsers zijn stuk voor stuk sadistische schoften, terwijl er op de Russische, Poolse en Nederlandse gevangenen (ja, er wordt ook Nederlands gesproken in het kamp) weinig aan te merken valt. Dat maakt het verhaal nogal voorspelbaar en omdat de ontsnapping zelf er bekaaid vanaf komt, eindigt de film niet erg spannend. Intussen is de filmmuziek zo nadrukkelijk aanwezig, dat die zelfs afleidt. Dan was ‘Escape from Sobibor’ uit 1987 met Rutger Hauer als de Russische opstandleider Pechersky een stuk overtuigender.