TrosKompas

Freek Vonk

Penseelzwijn

In de regenwouden van Centraal- en West-Afrika leven bijzondere varkens. Ze zijn ongeveer een meter lang en wegen soms meer dan honderd kilo. We noemen deze knapperds penseelzwijnen.

Hun naam danken ze aan de lange haren aan hun oorpunten. Deze pluimen, plus hun bakkebaarden, kunnen ze zelfs uitzetten wanneer ze geërgerd raken. Zo lijken ze groter en indrukwekkender. Omdat ze vaak in en nabij rivieren leven worden deze roodbruine varkens ook wel rivierzwijnen genoemd. Met gemak steken ze een brede rivier over.

Net als andere varkens zijn penseelzwijnen omnivoor, ofwel alleseters. Ze zijn vooral ’s nachts actief en zoeken dan met zijn allen naar lekkere knollen, slakken, zaden en insecten. Maar ook eieren, paddenstoelen en kleine reptielen zijn niet veilig. Voedsel vinden doen ze met hun gevoelige neus, met de beweeglijke schijf aan het uiteinde. Ze woelen ermee totdat ze iets smakelijks hebben gevonden.

Sociale dieren
Een wat luiere manier is het in de gaten houden van de geluiden van vruchtenetende apen en vogels (zoals neushoornvogels). Apen eten nogal slordig en geregeld valt er het een en ander uit de boom. Vruchten voor de zwijnen. Olifantenpoep bevat ook verborgen schatten voor penseelzwijnen, zoals onverteerde zaden. Ze wroeten dus regelmatig met hun snuit in de poep! Als ze harde noten vinden kunnen het luidruchtige eters zijn. Maar ze moeten oppassen, want dat lawaai trekt niet alleen andere fruiteters met lekkere trek aan, maar ook roofdieren zoals luipaarden.

Penseelzwijnen zijn heel sociale dieren. Wanneer de groep wordt bedreigd, rennen ze met zijn allen heel hard weg van het gevaar. Maar zijn er kleine biggetjes, dan is dat geen optie. Dan komt de moedige aard van deze dieren naar boven. Ze blijven staan, kijken het gevaar in de ogen en vechten voor hun familie!

TK1724_126_01

Beeld: © Getty Images

 

BANNER_FREEK