TrosKompas

Nostalgie GT Rovers

Het poppenhuis

Poppenhuizen zijn fantastisch; een wereld op zich. Er zijn fraaie antieke exemplaren bewaard gebleven. Een kleine rondgang.

De eerste zeventiende-eeuwse poppenhuizen waren pronkkabinetten van bestaande huizen op schaal, met sierlijke meubeltjes; echte verzamelaarsobjecten voor zeer welvarende dames. Deze dames konden hun visite urenlang vermaken met verhalen over de vervaardiging ervan. Gelukkig zijn er enkele bewaard gebleven. Zo is het Rijksmuseum in het bezit van het poppenhuis van Petronella Oortman (1656-1716). Zij heeft veertien jaar aan haar poppenhuis gewerkt. Ze liet het miniatuurporselein helemaal (via de VOC) uit China en Japan komen. Haar pronkkabinet kostte zo veel, dat ze er destijds een heus grachtenpand van had kunnen kopen (20.000-30.000 gulden). Apetrots op haar poppenhuis heeft ze het laten portretteren door Jacop Appel (1710). Het Gemeentemuseum Den Haag en het Frans Hals Museum zijn beide in het bezit van een poppenhuis van Sara Ploos van Amstel-Rothé (1699-1751). Zij kocht voor duizend gulden op een veiling drie poppenhuizen. Ze liet ze uit elkaar halen en de onderdelen hergebruiken voor de bouw van haar eigen poppenhuizen. Uiterst gedetailleerd beschreef ze welke meubelmaker, glasblazer, ivoordraaier, kunstschilder en zilversmid werd ingehuurd voor het maken van de meubeltjes. Die gegevens zijn historisch gezien enorm belangrijk.

Moderne tijd
Een veel modernere versie is het in 1924 gebouwde poppenhuis voor Queen Mary. In dit bijzonder fraaie huis kunnen niet alleen de lampjes aan, er is zelfs een werkende lift aanwezig. Uit de kranen komt stromend water en zelfs het toilet kan doorgespoeld worden. Ook nu is het poppenhuis nog steeds populair. In 2007 kreeg prinses Máxima het prachtige poppenhuis Het Kleine Loo voor haar dochters aangeboden. Maar of de kleine prinsesjes daarmee mochten spelen?

Vindt u het leuk om zelf miniatuurtjes te gaan verzamelen? Op de site mini-wonders.nl vindt u een overzicht van alle Nederlandse poppenhuizenbeurzen in 2016.


TK1614_22_23_01

Beeld: © Frans Hals museum/Margareta Svensson