TrosKompas

Freek Vonk

Galapagospinguïn

Mijn boot ligt voor de kust van Fernandina, het op twee na grootste eiland van de Galapagos. Met een klein bootje varen wenaar het eiland en daar zie ik… een pinguïn!

Pinguïns zie je toch niet in de tropen? Wel dus! De galapagospinguïn is de op twee na kleinste van de zeventien soorten die er zijn. Hij komt alleen op de Galapagos voor, en nergens anders. De reden dat deze pinguïns in dit warme gebied kunnen leven, is dat twee oceaanstromingen hier voor koud, voedselrijk water zorgen. Er is meer dan genoeg vis te vinden. Het is misschien niet moeilijk voor te stellen dat ooit, zo’n tweeënhalf miljoen jaar geleden, een groepje humboldtpinguïns – een soort die voorkomt op eilanden ter hoogte van Peru en Chili – is afgedreven naar de Galapagos-archipel. Hier vonden ze dus genoeg te eten door een constante aanvoer van voedselrijk water. Perfect!

Hijgen als een hond 
De galapagospinguïn lijkt op de humboldtpinguïn, alleen is hij een stuk kleiner. Leven op eilanden tegen de evenaar aan vergt een hoop aanpassingen van een pinguïn. Galapagospinguïns zwemmen overdag niet alleen om te jagen, maar ook om koel te blijven. Aan land staan ze wat vreemd voorovergebogen, om schaduw op hun voeten te werpen, zodat deze op de zwarte lavarotsen niet verbranden in de felle zon. Het liefst zoeken ze altijd
de schaduw op. Ze houden de flippers uitgespreid om warmte kwijt te raken. Er komt extra bloedtoevoer naar de flippers, zodat de warmte sneller weg kan. Ook hijgen ze om warmte kwijt te raken, net als een hond dat doet. Allemaal uniek gedrag voor een pinguïn. Wat een doorzetter!