Reuzenpanda

Wilde reuzenpanda’s leven alleen in afgelegen berggebieden in West- en Centraal-China, op hoogten tussen de 1.500 en 4.000 meter. Daar is het koel, vochtig en mistig, en het staat er vol bamboe; een walhalla voor deze zwart-witte beren. Hoe warmer het is, hoe hoger ze de bergen intrekken. De zwart-witte kleur van de beren heeft waarschijnlijk al miljoenen jaren een camouflerende functie in het licht- en schaduwspel van hun omgeving, te meer daar er vroeger meer sneeuw lag in het leefgebied van de reuzenpanda. Volwassen reuzenpanda’s hebben geen natuurlijke vijanden (meer), maar de jongen kunnen opgegeten worden door jakhalzen, sneeuwluipaarden en marters. Door hun zwarte oogvlekken lijken hun ogen groter, wat vermoedelijk meer intimiderend is ten opzichte van roofdieren en de kans verkleint dat ze worden aangevallen.

Twaalf kilo per dag
De reuzenpanda zit als hij kan het grootste deel van de dag aan bamboe te knagen; wel tien tot zestien uur. De bamboe heeft niet veel voedingswaarde en het meeste gaat dan ook weer snel onverteerd naar buiten. Daarom moeten panda’s tientallen keren per dag poepen en wel twaalf kilo bamboe eten om aan hun voedselbehoefte te voldoen. Ze vullen hun dieet aan met aas, insecten(-larven) en eieren. Met de energie die ze uit bamboe halen gaan ze zuinig om. Als reuzenpanda’s niet zitten te eten, dan liggen ze te rusten. Ze leggen dan ook geen grote afstanden af. Het zijn eigenlijk vrij slome dieren, maar toch hoop ik ze ooit een keer in levende lijve in de bergen van China te mogen aanschouwen.

Chengdu-pandas-d04