TrosKompas

Freek Vonk

Arapaima

Als je een vis met longen bent, heb je het goed bekeken. Arapaima´s overleven in zelfs het meest zuurstofarme water van de Amazone-rivier. In Brazilië heb ik er verschillende gezien - en zelfs gehoord…

ls een arapaima boven water zijn enorme bek opent om een luchtje te scheppen of een prooi te grijpen, klinkt dat als luid gekuch, dat over grote afstand te horen is. Deze joekels, die ruim drie meter lang kunnen worden, hebben wel kieuwen, maar die zijn niet genoeg ontwikkeld om in hun zuurstofbehoefte te voorzien. Een speciale, langgerekte en vergrote zwemblaas heeft de functie van long overgenomen. De blaas loopt over bijna de gehele lengte van hun lichaam. Arapaima’s kunnen ongeveer een kwartier onder water blijven, voor ze weer naar boven moeten. Ze jagen in een hinderlaag, vlak onder het wateroppervlak. Ze grijpen niet alleen andere vissen; ook watervogels moeten op hun hoede zijn voor deze gewiekste riviermonsters. Arapaima’s hebben veel kleine, scherpe tandjes op hun tong en gehemelte. Vissenvlees verscheuren is een eitje. Arapaima’s zijn heer en meester van het troebele Amazonewater!

 

Met volle mond
In het regenseizoen proppen volwassen mannetjesarapaima’s hun bek zelfs helemaal vol met visseneitjes. Alleen zijn dat geen prooien, maar hun eigen jongen! Arapaima’s zijn muilbroeders; ze broeden hun eitjes uit in hun bek. De vaders nemen dat klusje voor hun rekening. Geen makkelijke taak, want het gaat om tienduizenden eitjes. Ook de oudere vissenlarven worden door hem fel bewaakt. Ze mogen nog geen meter bij hun vader vandaan zwemmen. En als het ergens niet meer veilig is, verplaatst het zorgzame mannetje zijn kroost. Ze blijven wel een maand of vier onder zijn wakend oog en ook hun moeder blijft in de buurt, om haar familie tegen mogelijke andere rovers te beschermen. Wat een opmerkelijke vissen!

 

Foto © GettyImages