TrosKompas

Freek Vonk

Poolvos

Poolvossen behoren tot de familie van de hondachtigen en leven onder andere in het Noordpoolgebied, een van de meest onherbergzame delen van onze planeet.

Het Noordpoolgebied wordt tijdens de winter ijskoud; wel -50 graden Celsius! Om bij deze temperatuur te kunnen overleven is de poolvos compact gebouwd. Zijn snuit, oren en poten zijn kort om zo weinig mogelijk warmte te verliezen. Met een gewicht van drie tot vier kilo is hij duidelijk kleiner dan onze eigen rode vos. Om te voorkomen dat zijn poten bevriezen zit er ook vacht op z’n zolen. Verder kan de poolvos de bloed-toevoer naar zijn huid beperken, waardoor hij minder snel afkoelt. Hij heeft een prachtige pluimstaart die hij als sjaal gebruikt als hij opgekruld ligt te rusten. Zo bevriest zijn gevoelige neus niet.

Camouflage
In de winter heeft de poolvos een schitterende, dikke, witte vacht die hem heerlijk warm houdt in een wereld van sneeuw en kou en waarmee hij volledig opgaat in zijn omgeving. Maar als de seizoenen wisselen, verdwijnt de sneeuw in sommige gebieden en wordt de toendra met rotsen zichtbaar. De kleur van de vacht verandert dan mee, van parelwit naar bruin en grijzig. Deze camouflage is noodzakelijk, anders zou hij te veel opvallen en niet kunnen jagen op kleine knaagdieren en vogels. In de winter is voedsel enorm schaars, maar ook daar heeft de poolvos wat op gevonden. Hij loopt in deze tijd vaak achter een ander groot roofdier aan, de ijsbeer, en eet de restjes van diens maaltijden. Gelukkig heeft de kleine poolvos daar vaak meer dan genoeg aan!