TrosKompas

Freek Vonk

Stadsreus

Zie je een stadsreus vliegen, dan denk je in eerste instantie waarschijnlijk dat je met een wesp te maken hebt. Maar grote kans dat het een nepwesp is. Een stadsreus!

Stadsreuzen zijn, met hun lijfje van zo’n twee centimeter, de grootste zweefvliegen van Nederland. Ze vliegen van bloem naar bloem en eten nectar en stuifmeel. Een vliegende stadsreus lijkt verdacht veel op een wesp. We noemen dit fenomeen in de natuur ‘mimicry’. Dit is het verschijnsel dat bepaalde ongevaarlijke soorten in de loop van de evolutie steeds meer op gevaarlijke soorten zijn gaan lijken. Dit beschermt de stadsreus tegen dieren die zweefvliegen eten, omdat die dieren, net als wij, denken dat ze met een wesp te maken hebben – en uit ervaring weten ze dat ze wespen niet moeten proberen op te eten! De stadsreus is dus eigenlijk een onschuldige, slimme nepwesp.

Reusachtige waaghalzen
Stadsreuzen herken je als zoemende helikoptertjes die stil op een plek blijven zweven en schichtige vliegbewegingen maken. Zweefvliegen hebben twee vleugels, en wespen vier. Verder hebben stadsreuzen geen wespentaille, geen lange antennes, en geen kaken, maar een zuigsnuit. En het belangrijkste: ze hebben geen angel en kunnen helemaal niet steken!

Maar stadsreuzen blijken wel degelijk reusachtige waaghalzen. De zweefvliegvrouwtjes gebruiken de nesten van echte wespen als kraam-kamer voor hun eigen kroost. Dat is niet zonder risico, want wespen zijn voor andere insecten echte moordenaars met een kort lontje - vooral rond hun nest. Maar nadat de vrouwtjesstadsreus haar eitjes op de bodem van het wespennest heeft gelegd loopt ze zonder problemen naar de uitgang. De larfjes komen na een paar dagen uit en eten een mix van wespenlarvenlijkjes en afval. Waarom de wespen de stadsreusmoeders ongemoeid laten, weten we niet. Wat dat betreft valt er nog genoeg te ontdekken in de natuur!

TK1727_126_01

Beeld: © Getty Images

BANNER_FREEK