Monnikssaki

In het Amazonegebied leeft een bijzondere aap: de monnikssaki. Deze lijkt een beetje op een oud mannetje, met borstelig, grijszwart haar en een baard van extra lange haren rond zijn kop die op een (monniks)kap lijkt.

Monnikssaki’s zijn zo groot als een flink konijn. De apen hebben een zware, dikke staart die zo lang is als het lichaam, en een ruige, grove vacht. Eerlijk gezegd krijg je het er al warm van als je er naar kijkt. Waarom hebben ze in deze hitte zo’n dikke vacht nodig?

De vacht van de monnikssaki is grover, langer en dikker dan die van de meeste andere Amerikaanse apen. Maar in een regenwoud regent het veel en vaak. Het kan elk moment gaan stortregenen. Aangezien monnikssaki’s hoog in de boomtoppen leven, krijgen ze veel regen over zich heen. De lange, grove haren vormen een goede bescherming tegen een nat pak. Het is handig als je dan altijd je regenjas bij je hebt.

Verlegen type
Met gespierde achterpoten maken deze kleine apen sprongen van een meter of tien ver. Hierdoor is het voor hen eigenlijk niet nodig om ooit aan de grond te komen en in een andere boom omhoog te klimmen. In vergelijking met andere apen in de Amazone, zijn monnikssaki’s vrij verlegen en leiden ze een teruggetrokken bestaan. Ze zitten hoog in de hoogste bomen, hoger dan de meeste andere primaten.

Rond mensen gedragen deze apen zich heel nerveus. Dat is niet zo vreemd, want monnikssaki’s zijn het slachtoffer van grootschalige stroperij geweest. Aan het eind van de vorige eeuw waren er bijna geen monnikssaki’s meer over. Nu worden ze nog steeds bejaagd, maar gelukkig in mindere mate. Het felbegeerde object? De stugge vacht en borstelige staart! De staart deed het goed als plumeau, of stoffer. Wat een triest einde voor zo’n prachtig dier.