TrosKompas

Freek Vonk

Tayra

Ik vind het prachtig om wilde roofdieren te ontdekken omdat ze vaak lastig te vinden zijn, zeker in de tropen. In Suriname kom ik een tayra tegen!

 

Tayra’s rennen en springen vloeiend door de bomen. Hun staart werkt als roer en evenwichtsorgaan. Gewapend met een goede neus, grote hoektanden en lange nagels zitten ze achter knaagdieren, reptielen, insecten en vogels aan. Tayra’s plukken ook weleens fruit. En het unieke is: dat plannen ze. Ze eten soms climacterisch fruit, dat zijn vruchten die nog narijpen nadat ze geplukt zijn. Bakbanaan bijvoorbeeld, of zapote. De truc is om die op precies het juiste moment te plukken en een bepaalde tijd te laten narijpen. Die tijden zijn anders voor ieder van die vruchten, maar voor tayra’s is dat geen probleem; ze weten het precies. De onrijpe, nog oneetbare vruchten verstoppen ze. Pas een paar dagen later komen ze terug, wanneer de fruitpulp rijp en zacht is. Eet smakelijk!

 

 

Harde leerschool

Tayra’s maken hun nesten in holle bomen of in holtes tussen boomwortels. De moeders zorgen alleen voor hun nestje jongen. In het begin drinken de pups alleen melk bij hun moeder, maar na een tijdje moeten ze de smaak van vlees leren waarderen. De jongen leren prooien en de geur van vlees herkennen doordat hun moeder langzame en gewonde prooien naar het nest brengt en ze door hen laat doden. Later brengt ze iets minder toegetakelde prooien naar de jongen en laat die los, zodat de jongen er eerst nog achteraan moeten rennen. De lessen worden steeds moeilijker. Als de jongen zo’n drie maanden oud zijn, volgen en bijten ze volop vogels en knaagdieren in de romp en poten om het jagen te oefenen. En als ze wat meer ervaring hebben, leren ze een beet beter te plaatsen, aan de schedel-basis, zoals het hoort. Goed opletten, jongens!