Gangesdrieklauw

Schildpadden zijn unieke reptielen, met hun dubbele pantser en vergroeide ribbenkast. In Nepal hoef ik niet veel moeite te doen om een gangesdrieklauw te vinden, een soort weekschildpad.

Dat is een flinke schildpad! Alleen al het pantser van gangesdrieklauwen kan 60 centimeter lang worden. Deze schildpadden zijn altijd bij en in zoet water te vinden, waar ze vooral ’s nachts actief zijn en jagen op prooien zoals wormen, garnalen en krabben. Het zijn omnivoren, die ook aas en planten eten. De jongere schildpadjes houden het vooral bij muggenlarven en kleine visjes. Bijna het hele leven van gangesdrieklauwen speelt zich in het water af, ze paren ook onder water. De vrouwtjes leggen ongeveer twintig eieren in zandbanken langs en in rivieren en meren.

Reptielenteam bewaakt nesten

Gangesdrieklauwen zijn vaak samen te vinden met gavialen. Ze delen het water met elkaar en zonnen samen op de zandbanken. Ze maken zelfs hun nesten vlak bij elkaar! Het lijkt dus dikke mik tussen die twee, maar dat is niet zomaar voor de gezelligheid. Gavialen profiteren van de aanwezigheid van de schildpadden. Die zijn veel alerter dan zij en bemerken gevaar eerder. Als een sluimerende gaviaal zo’n schildpad ineens het water in hoort spetteren, of het nou dag of nacht is, dan weet hij dat er iets niet pluis is. Gelukkig zijn gavialen ook nuttig voor gangesdrieklauwen: ze eten niet zo netjes. Gavialen morsen veel. Dan zijn de schildpadden er als de kippen bij om de stukjes die uit hun bek vallen op te eten. Het is maar wat je smakelijk vindt... In het nestelseizoen, wanneer ze allebei maandenlang eieren te bewaken hebben, zie je pas goed wat een superteam dit is: de gevaarlijk uitziende gavialen zijn de bouncers en de ganges-drieklauwen de snitches. Probeer dan maar eens in de buurt van die eieren te komen. Het zijn net echte gangsters!