TrosKompas

Freek Vonk

Buidelmarter

‘s Nachts rij ik langzaam over een donkere asfaltweg in Queensland, Australië. Dan steekt er ineens een dier over voor mijn auto: een buidelmarter!

 

Ik herken het buideldier meteen aan de gevlekte vacht; geen enkel ander buideldier in Australië heeft dit. Van de zes soorten buidelmarters leven er vier op dit continent. Het zijn echte nachtbrakers en, anders dan een aantal van hun meer bekende neven, ook vleeseters. In Australië, waar van oorsprong geen katachtigen voorkomen, nemen buidelmarters ongeveer die plek in de voedselketen in. Anders dan katten zijn buidelmarters geen pure carnivoren, ze eten ook ander voedsel. De diertjes hebben grote, sterke hoektanden en een flinke bijtkracht, waarmee ze ’s nachts kikkers, knaagdieren, hagedissen en slapende vogels overmeesteren. Ze doden ze door een beet in de nek of de achterkant van de schedel. 

 

Snel leventje

Bij buidelmarters gaat niet alleen de zwangerschap snel, zoals bij alle buideldieren, ook het verdere leven is zo voorbij. Rond mei en juni zijn alle vrouwtjes in een gebied tegelijkertijd klaar om te paren. Volwassen mannetjes doen een paar weken lang niets anders dan proberen met zoveel mogelijk buurvrouwen te paren. Ze zijn daar zo mee bezig dat ze vergeten te eten. Ze verhongeren zichzelf. Kort na de paartijd gaan ze allemaal dood – net een jaar oud! Een zwanger vrouwtje vergaat het niet veel beter. Die heeft eerst nog de zware taak om voor een nest kleintjes te zorgen. Eerst vechten die om aandacht in haar buidel, dan worden ze te groot en onhandig en plaatst ze ze in een verborgen nest. Ze moet steeds een nieuwe schuilplek zoeken om roofdieren geen kans te geven en de steeds zwaarder wordende jongen liften dan mee op haar rug. Na vijf maanden verlaat de nieuwe generatie het nest en kort daarna sterft zij. Wat een snelle jongens!

 

Beeld © GettyImages