TrosKompas

Freek Vonk

Arowana

In de mangrovebossen van Suriname is het water van de zwellende rivieren diep het bos ingelopen. Ik zie een grote, zilveren schim aan de kant, vlak onder het wateroppervlak. Een arowana!

 

Arowana’s zijn tropische zoetwatervissen met vele scherpe tandjes op hun tong, gehemelte en slokdarm. Ze worden meer dan een meter lang en hebben een langwerpig lijf en een enorme bek die naar boven wijst. Dat is niet voor niets, want deze roofvissen jagen aan het wateroppervlak. En niet alleen het oppervlak, ook ver daarboven! Arowana’s zijn namelijk beruchte hoogspringers – ze bereiken hoogten tot een meter of twee! Al kronkelend met hun gespierde lijf kiezen ze geregeld het luchtruim, en niet zonder reden. Die krachtige sprongen gebruiken ze tijdens de jacht. Deze regentijd is voor hen de tijd van overvloed. Nu kunnen ze namelijk tot in de bomen jagen, hoe bizar dat ook lijkt voor een vis.

Hij vangt zelfs vogels!

Door te springen bereikt de Arowana de laaghangende takken en lage delen van boomstammen. En die zitten vol lekkers, zoals kevers, sprinkhanen, spinnen – en vogeltjes. Een arowana loert met zijn grote ogen vanuit het water naar boven, het liefst in de schaduw, ongezien. Eén snelle sprong met de bek wijd open en de buit is binnen. Dit unieke jaaggedrag heeft hem de bijnaam ‘wateraap’ opgeleverd. Als de droge tijd aanbreekt en het water uit de rivieren zich terugtrekt, moeten hij wel zorgen dat hij meekomt, zodat hij niet achterblijft in steeds kleiner wordende poeltjes. Maar ook dan is er niet meteen een man overboord. Arowana’s kunnen een tijdje op het land overleven door hun zwemblaas als long te gebruiken en zo zuurstof uit de lucht te halen. Wat een bijzondere vis!

Beeld © Istock