TrosKompas

Freek Vonk

Moeraskrokodil

Na een lange jungletocht in Sri Lanka komen we aan bij een rivier. Toch is het geen goed idee om hier even af te koelen. De reden zien we liggen: een gigantische moeraskrokodil.


Moeraskrokodillen kunnen vijf meter lang worden, echt flinke jongens, dus. De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en de grootste man in de buurt is de baas over iedereen. Krokodillen kunnen voor elkaar ook levensgevaarlijk zijn met hun gapende bek vol tanden. Om meningsverschillen over voedsel, territorium of vrouwtjes niet steeds te hoeven uitvechten, maken ze elkaar op andere manieren duidelijk wat hun plek in de rangorde is. Kleine krokodillen gaan bijvoorbeeld uit de weg voor de grotere, dominante dieren, dat is de regel. Als ze maar veel kunnen eten en genoeg groeien, worden ze misschien ooit zelf een keer de baas.

 

Van kleine snacks naar waterbuffels

Moeraskrokodillen leven als ze klein zijn van zoetwaterkreeftjes, insecten en kleine vissen. Hoe groter ze zijn, hoe groter de prooien die ze aankunnen. Volwassen dieren vangen grote vissen, krabben, slangen en schildpadden. De grootste moeraskrokodillen vangen ook herten en zelfs waterbuffels. Een aap die van een overhangende tak in het water valt is zijn leven ook niet zeker. Vooral in het natte seizoen is er veel vis voor de krokodillen, omdat de rivieren dan overstromen door de vele regens en de vissen zo de moerassen in spoelen. In het droge seizoen is het menu magertjes, maar daar hebben deze krokodillen niet zoveel last van. Deze reptielen kunnen een hele tijd zonder eten. Zodra het waterniveau daalt en het erg warm en droog wordt, graven ze holen uit om de heetste momenten van de dag door te komen. Ze verlagen hun stofwisseling en doen zo weinig mogelijk. Helpt dat allemaal niet? Dan verkassen moeraskrokodillen en wandelen ze een heel stuk over land, op zoek naar een nieuw huis.