TrosKompas

Freek Vonk

Schreeuwpiha

Ik ben in Brazilië en wandel door het prachtige amazoneregenwoud. Ineens hoor ik een bekend vogelgeluid ergens boven mij. Het is een schreeuwpiha! 

Wat een volume komt er uit die zangvogel. Zo’n roep begint met een paar bescheiden klanken, die de vogels maken tijdens het inademen. Ze trekken dan hun kop naar achteren, sperren hun snavel wijd open en eindigen met een spetterende, hoge  nale. Die is tot wel vierhonderd meter in de omtrek te horen. Handig natuurlijk, in het dichte bos. Zou zo’n zingende druktemaker op een meter afstand van je zitten, dan krijg je bijna 112 decibellen in je oor, gelijk aan het volume van een popconcert. Schreeuwpiha’s horen daarmee tot de luidste zangvogels ter wereld.

 

ENERGIEBOMMETJES

En het zijn natuurlijk de mannetjes die zingen. Daarmee hopen ze het hoofd op hol te brengen van hun vrouwelijke publiek. Een groot deel van het jaar zijn schreeuw- piha’s alleen, maar in het broedseizoen laten de mannetjes van zich horen in een lek: dat is een vaste open plek in het bos, waarin enkele mannetjes concurreren en vrouwtjes alle gelegenheid hebben om de kunsten van die kerels te bewonderen en er eentje uit te kiezen om mee te paren. In elke lek zingen zo’n vier tot tien mannetjes, maar soms zijn het er een stuk meer. Het is dus wel noodzaak om al die symfonieën te coördineren, want alle mannen willen goed uit de verf komen. Elk mannetje timet zijn lied zo, dat het nergens overlapt met dat van zijn directe buurmannen. Echt knap! Die concerten kunnen urenlang aanhouden, een echte topprestatie. Daarom is het voor de mannen belangrijk om energierijk voedsel te eten. Ze leggen een goede bodem met vijgen, rupsen, sprinkhanen, kakkerlakken en bidsprinkhanen. Zo hebben ze alle tijd om ongestoord te schreeuwen. Pie-haaaa!