TrosKompas

Freek Vonk

Doornstaartgekko

Ik ben in Australië in de Top End en wandel door het droge grasland. Op de tak van een struik zie ik een kleine hagedis; het is een doornstaartgekko!

 

Hij opent zijn ogen heel even. Wat een prachtige kijkers! Gekko’s kunnen goed zien, in bomen en struiken vinden ze insecten op zicht. Ze besluipen hun prooien voorzichtig, net als een leeuw. Er komen in dit gebied verschillende soorten doornstaartgekko’s voor, en ik zie dat dit de soort met stekeltjes boven ieder oog is - de sprietjes lijken wel op wimpers.

Plakkerig

Doornstaartgekko’s komen aan hun naam door de vele stekeltjes op hun staart. Vaak hebben die stekels waarschuwingskleuren, zoals rood bij dit exemplaar. De stekels en de kleuren verraden een waanzinnige afweertruc. Doornstaartgekko’s maken een gekleurd (zwart, bruin, of geel), kleverig slijm aan in hun staart, dat ze bij gevaar met kracht wegschieten richting een belager; tot wel een halve meter ver! Het slijm stinkt, heeft de consistentie en plakkerigheid van honing en veel roofdieren vinden het smerig - wat de gekko’s dus oneetbaar maakt. De slijmklieren die het goedje produceren zijn waarschijnlijk omgevormde vetklieren, want doornstaartgekko’s kunnen geen vet opslaan in hun staart voor magere tijden.

Wegwerpstaart

Het slijm wordt bewaard in kamertjes die in een groot deel van de staart zitten. Zodra een doornstaart-gekko het wil wegschieten, spant-ie lengtespieren in z’n staartwervels aan, die de kamertjes samenknijpen en de inhoud wegdrukken. Het slijm schiet dan door een soort scheurlijntje in de huid, op het midden van de staart, in dunne straaltjes naar buiten. Verrassend genoeg amputeren doornstaartgekko’s hun superhandige staarten heel gemakkelijk, net als veel andere gekko’s doen. Dit doen ze als laatste redmiddel tegen roof- dieren, om de aandacht af te leiden. Gelukkig groeit een tweede staart snel aan en deze heeft ook weer schietcapaciteit. Een staartloze doornstaart-gekko zit gelukkig slechts even zonder munitie!

Beeld © GettyImages