Zwarthalsooievaar
Ik ben in het noorden van Australië en geniet van het drassige grasland. Van alle vogels die hier rondwaden, valt één grote wel erg op. Dit is een echte jager, een zwarthalsooievaar!
Bijna anderhalve meter hoog, een zwarte, lange nek met metaalgroene glans, knalrode poten en een zwart-wit verenpak: zwarthalsooievaars zie je echt niet over het hoofd. Dit zijn echte watervogels, die voorkomen in allerlei wetlands zoals meren, moerassen, vloedvlakten en langs grote rivieren. In het water jagen ze op alles wat zich tussen hun lange stelten verstopt: kikkers, hagedisjes, vissen, insecten, knaagdieren en slangen. Ze jagen door het water te scannen met hun ogen, maar ook door te voelen wat er tegen ze aan komt. De lange poten houden hun verenpak droog, en de lange nek en enorme, lange dolksnavel zorgen ervoor dat deze vogels snel bij de waterbodem kunnen komen om hun prooien te grijpen. Het is nu vroeg in de ochtend en dat is voor zwarthalsooievaars een ideale tijd om hun kostje bij elkaar te scharrelen. Tussen de middag is het te warm en tijd voor een heerlijke siësta.
Klepperdeklep
Zwarthalsooievaars kiezen met zorg een gebied uit om in te leven. Daarbij kijken ze niet alleen naar de hoeveelheid voedsel die er is, er moeten ook oude bomen in de buurt staan. Hoewel ze op de grond en in het water voedsel zoeken, slapen en broeden ze hoog en droog. Hier in de Northern Territory breekt hun broedseizoen aan in april, als de regens zijn opgehouden. Dan kun je een geluid horen dat we ook kennen van de ooievaars in Nederland, het klepperen met de snavel. Dit doet een stelletje vaak naar elkaar om hun band te versterken. Want nadat de kuikens uitgevlogen zijn, scheiden hun wegen lang niet altijd. Een paartje zwarthalsooievaars gebruikt soms jarenlang hetzelfde nest en blijft ook buiten het broedseizoen bij elkaar. Het is dan wel belangrijk om een beetje aan de relatie te blijven werken!