TrosKompas

Freek Vonk

Tarpoen

Ik ben aan het duiken in Mexico en ik weet bijna niet welke kant ik op moet zwemmen: overal vissen! Er komt een school grote, metaalkleurige vissen voorbij: tarpoens.

Wat een gave vissen. In het Engels noemt men de tarpoen ook wel ‘silver king’; dat slaat op die grote, zilveren schubben. Tarpoens zijn echte roofvissen. Ze jagen zowel overdag als ’s nachts op andere vissen die samen­scholen, zoals sardines, ansjovissen en harders. Ook krabben staan op het menu. Tarpoens zien ultraviolet licht en dat is een echte superkracht als het op jagen aankomt. De onderwater­wereld hier ziet er voor mijn ogen uniform blauw uit. De ogen van een tarpoen zien echter iets totaal anders. Dingen die uv-licht reflecteren, lichten voor een tarpoen namelijk fel op. Oppervlakken, objecten en dieren die dat niet doen, steken juist sterk donker af tegen de omgeving. Zo worden sommige vissen, die voor mensenogen wegvallen tegen het blauw van het zeewater, voor een tarpoen een niet te missen maaltje.  

Lange weg

Deze tarpoens zijn al flinke jongens van ruim een meter lang, maar ze kunnen meer dan twee meter worden. Daar doen ze wel een aantal jaar over. Elke tarpoen begint zijn leven in de open oceaan, als een larfje van nog geen centimeter lang. Zo’n larve ziet er heel anders uit dan een volwassen tarpoen, met een plat lijfje in de vorm van een wilgenblad. De larve ondergaat verschillende groei­stadia en gaat steeds meer op een echte vis lijken. De oudere exemplaren spoelen langzaamaan naar de kust en eten onderweg van zoöplankton. Het zijn dan dus al jagers, maar wel heel kleine! Uiteindelijk belanden de kleine tarpoentjes ergens in een mangrovewoud langs de kust en groeien daar verder. Na maar liefst zes jaar verlaten ze de veiligheid van de mangroven en verhuizen ze naar ondiepe kustwateren, waar ze verder groeien ... totdat ze net zo groot zijn als deze jongens!

 

Beeld: © Getty Images