TrosKompas

Freek Vonk

Geel doodshoofdaapje

Laat je niet misleiden door hun schattige snoeten: doodshoofd- aapjes zijn dapper, onwijs alert en ze hebben gevaren al van ver in de gaten! Als je eruitziet als een lekkere snack moet je altijd voorzichtig zijn. Van een groep van tussen de dertig tot wel tachtig dieren is één op de drie een mannetje. De mannen zitten aan de rand van de groep. De rest bestaat uit een hechte club vrouwen en kinderen. Het zijn vooral de mannen die voor de veiligheid zorgen. Ze doen dat niet altijd alleen, maar maken een team met andere soorten apen, zoals kapucijnapen. Met z’n allen zien en horen ze meer en ontdekken ze roofdieren sneller.

 

OPGEBLAZEN STANDJES...

Doodshoofdaapjes in een groep zijn alle op hetzelfde moment in het jaar klaar om te paren en iedereen doet het met iedereen. Je zou zeggen dat je, tegen die tijd dat het  irtseizoen voor de deur staat, strak in je vel wilt zitten. Doodshoofdaapmannen gaan twee maanden voor het seizoen juist water en vet vasthouden. Dat nestelt zich tussen de spierlaag en de huidlaag op hun kop, schouders, bovenarmen en ribben. Ze worden robuuster in hun bovenlijf en kunnen wel een vijfde van hun normale lichaamsgewicht aankomen! Waarom al die moeite? Mannetjes vechten om paarrechten met elkaar. Het loont dan om er imposanter uit te zien dan je minder opgeblazen rivalen. De meest indrukwekkende mannen worden vaker benaderd door vrouwtjes en mogen vaker paren. Het zou zo kunnen zijn dat vrouwelijke doodshoofd- apen in de loop van de evolutie steeds kozen voor de ‘vetste’ mannen - ze doen dat nu nog steeds. Laten zij zich maar druk maken om hun gewicht!