TrosKompas

Freek Vonk

Huismoeder

Je hoeft niet ver te reizen om bijzondere dieren tegen te komen. Als ik ’s avonds thuis in Den Haag buiten zit, zie ik ineens wat fladderen naast de terraslamp. Gewenst bezoek: een huismoeder!

'Huismoeder' is een vreemde naam voor een nachtvlinder, maar toch is die goed gekozen, want je ziet ze veel in en om het huis. Deze nachtvlinders vliegen zowel overdag als in het donker, komen op licht af en blijven overdag vaak rusten bij een lichtbron. Huismoeders komen ieder jaar vanaf mei uit de grond, waarin ze verpopten, en vliegen tot begin oktober rond. Ze drinken sap en nectar van allerlei planten, dus je kunt ze in iedere biotoop wel tegenkomen. Het zijn prachtige nachtvlinders die niet één, maar twee goocheltrucs onder de knie hebben om roofdieren te slim af te zijn. Hun voorvleugels zijn bijna effen bruin tot een combinatie van bleke en donkere tinten bruin, met golvende lijnen en vlekjes. Tegen schors of op de grond vallen ze zo weg tegen de ondergrond, omdat de kleuren en patronen hun omtrek doen vervagen en ze één worden met de rest. Er kunnen er zo een heel aantal bij elkaar zitten, zonder dat je ze opmerkt.

Kleuren van gevaar
Huismoeders raken vrij snel verstoord. Soms komt een mogelijke vijand veel te dichtbij. Tijd voor truc nummer 2. Ineens vliegen ze met z’n allen tegelijk op en onthullen hun achtervleugels: fel geeloranje met een zwarte dwarsband. Prachtig! De plotselinge kleurenflits zorgt voor verwarring bij dieren die op zicht jagen. Oranje met zwart, rood met zwart, geel met zwart, het zijn ook universele waarschuwingsborden. Misschien is dit hapje wel vies, giftig of allebei? De flitskleuren van huismoeders hebben bij hun voornaamste vijanden helaas minder effect. Mottenetende vleermuizen vliegen ’s nachts en gebruiken bovendien geluid, niet hun ogen om hun prooien te vinden. Maar als die vleermuizen mijn terraslamp naderen, jaag ik ze weg, met de woorden: “Want moeder is niet thuis!”

Beeld: © Getty Images