TrosKompas

NOSTALGIE GT Rovers

Muziekfestival Woodstock

Van 15 tot en met 18 augustus 1969, precies vijftig jaar geleden dus, kwamen meer dan vierhonderdduizend mensen bijeen op wat ’s werelds beroemdste muziekfestival aller tijden zou worden. De organisatoren hadden ingeschat dat er misschien zo’n twee­honderdduizend mensen zouden komen naar de Woodstock Music & Art Fair. Het festival zou gehouden worden in het plaatsje Wallkill, zo’n honderd kilometer buiten New York. Buurtbewoners protesteerden zo fel, dat de organisatoren in allerijl moesten zoeken naar een andere locatie. Voor 75.000 dollar kregen ze melkveehouder Max Yasgur zover dat maar liefst 32 bands mochten komen optreden op zijn weiland in het plaatsje Bethel, in de buurt van Woodstock. De eerste dag dromden zoveel festivalgangers naar de kassa’s dat de organisatie besloot om de hekken maar weg te halen, zodat iedereen vrije toegang kreeg. De regen kwam met bakken uit de hemel, waardoor het publiek tot aan de kuiten in de blubber stond te luisteren naar de openingsact van Richie Havens met zijn geïmproviseerde versie van zijn nummer ‘Motherless child’.

Protestliederen
Het festival had een motto: ‘Three days of peace and music’. Dat ‘peace’ sloeg vooral op de Vietnam­oorlog (1955-1975), waar Amerika toen middenin zat en waar de op het festival ruim vertegenwoordigde hippiecultuur fel op tegen was. Beroemde artiesten als Janis Joplin, Joe Cocker, Joni Mitchell, The Who, Santana en Melanie zongen protest­liederen tegen deze oorlog. Zo zong Jimi Hendrix zijn later wereldberoemd geworden parodie op het Amerikaanse volkslied. Hoewel door de autoriteiten de noodtoestand werd uitgeroepen vanwege de enorme menigte, er extra brood en fruit moest worden ingevlogen en er veel drugs en alcohol werden gebruikt, was er nauwelijks misdaad of geweld op het Woodstock-festival. In 2017 werd het weiland tot historisch erfgoed verklaard en opgenomen in de officiële monumentenlijst van de VS.