TrosKompas

Freek Vonk

Afrikaanse longvis

Ik ben in Mozambique, en ik heb zojuist een ‘levend fossiel’ gevangen: een Afrikaanse longvis! Dit is een van de bijzonderste vissen ter wereld.

Eigenlijk is dit niet eens een echte vis, we kunnen het beter een soort primitieve amfibie noemen, een proto-amfibie. Van alle visachtige dieren zijn longvissen het meest aan ons verwant. Deze jongen is namelijk een afstammeling van vergelijkbaar uitziende ‘vissen’ die leefden in het zogeheten Devoon. Dat is een tijdperk van bijna 400 miljoen jaar geleden - vandaar dat we dit een ‘levend fossiel’ mogen noemen.

En die vissen, dat zijn onze voorouders! Dit waren namelijk de vissen die door middel van hun kleine longetjes steeds verder en langer het land op konden om voedsel te zoeken. Zo ontstonden de eerste echte landdieren, waar wij - en alle andere amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren - dan weer van afstammen. Evolutie!

Ze bijten hard
Longvissen zien er een beetje palingachtig uit. Ze hebben een langgerekt lijf en een grote bek. Hier moet ik ook wel een beetje voor uitkijken, want deze jongens kunnen hard bijten. En wat vooral opvalt zijn die gekke pootachtige vinnen. Daarmee lopen longvissen als het ware over de bodem. Alleen wanneer longvissen klein zijn, als baby en als larve, hebben ze kieuwen. Daarmee halen ze kleine beetjes zuurstof uit het water.

Maar die kieuwen verdwijnen als ze ouder worden, dus volwassen longvissen halen al hun zuurstof uit de lucht. Dat is een prachtige evolutionaire aanpassing aan het leven in zuurstofarme poeltjes.Normale vissen, die al hun zuurstof uit het water moeten halen, kunnen daar amper overleven. Longvissen zwemmen om de paar minuten naar het wateroppervlak, nemen een teug lucht, en zwemmen weer naar de bodem. Ik zet deze jongen weer terug in het poeltje, waar hij hoort. Longvissen, wat een adembenemend gave dieren!

_DSC1615-1

 

Beel: Freek Vonk