TrosKompas

Freek Vonk

Dikstaartgalago

Het is avond en ik ben in Zuid-Afrika. We rijden over de savanne en zoeken met spotlights naar dieren. Ineens zie ik twee ogen oplichten in de boom. We komen dichterbij: een dikstaartgalago!

Dit zijn de grootste galago’s ter wereld, ze kunnen wel 1,5 kilo zwaar worden en een halve meter lang – ongeveer zo groot als een volwassen huiskat. Galago’s lijken ook op een soort pluizige katten, maar het zijn primitieve, nachtactieve primaten die alleen in Afrika leven. Net als andere halfapen hebben ze een duidelijke hondachtige snuit met een natte neus. De reukzin is bij halfapen ook beter ontwikkeld dan bij andere primaten.

Hun enorme ogen vallen ook meteen op. Grote ogen vangen sowieso meer licht op in het donker en er zit ook een lichtreflecterende laag achter het netvlies, het tapetum lucidum, waardoor ze ’s nachts nog beter zien. Het maakt het voor ons ook makkelijker om ze te vinden. Want door deze laag lichten hun ogen 's nachts op als je er met een zaklamp op schijnt. Handig voor ons!

Fantastische coördinatie
Overdag slapen dikstaart-galago’s in boomholten, op takken of in zelfgebouwde nesten, maar ’s nachts gaan ze op zoek naar voedsel. Een galago heeft zijn uiterlijk mee, maar voor insecten en knaagdieren is hij een stille moordmachine. Hij grijpt in het donker vliegende insecten zo uit de lucht; dat vergt een fantastische oog-handcoördinatie en snelheid.

Met zijn grote, ingewikkelde vleermuisoren pikt hij zelfs de kleinste geluidjes op, zoals zachtjes fladderende insectenvleugels in het donker, of een rondscharrelende rat op een tak, tien meter verder. De delicate oren kunnen onafhankelijk van elkaar draaien, als radars. Tijdens een sprong beschermt een dikstaartgalago zijn kostbare oren door ze samen te vouwen. Ook in rust vouwt hij ze op. Wauw, wat zijn het een bijzondere dieren!

 

 

Beeld: © Bernard Dupont CC BY-SA 2.0