Baardrob

Ik vaar rond op de Noordelijke ijszee, in de buurt van Spitsbergen. Ik ben nog nooit zo noordelijk geweest en het is hier prachtig. Dan zie ik ineens iets liggen op een drijvende ijsschots; een baardrob!

Je kunt wel zien waar baardrobben hun naam aan te danken hebben. Dankzij de lange snorharen lijkt het net of ze een baard hebben. Dit mannetje is helemaal niet bang voor me en ik drijf met mijn bootje rustig dichterbij. Baardrobben komen bijna overal in het Noordpool-gebied voor, en altijd in de buurt van pakijs. Het zijn geen kleine jongens, ze kunnen 300 kilo wegen. Hij kijkt mij nieuwsgierig aan. Zoveel bezoek krijgen ze hier natuurlijk niet. Toch merk ik dat hij wel op zijn hoede is, en dat is ook niet zo gek. Baardrobben horen tot de favoriete prooien van ijsberen. En iedereen die het Noordpoolgebied bezoekt weet: een ijsbeer kan overal opduiken.

Diep duiken
Een baardrob is voor een ijsbeer een lekker vet hapje, want om de extreme kou te overleven hebben baardrobben een dikke speklaag om hun lijf. Dat houdt ze in dit ijskoude water heerlijk warm. Omdat vandaag het zonnetje schijnt, ligt deze baardrob zalig op een ijsschots te zonnen, maar straks zal hij toch weer het ijskoude water in moeten om op zoek te gaan naar vissen, kreeften en andere ongewervelde prooien. Meestal duiken ze maar enkele tientallen meters, maar als het moet gaan ze honderden meters diep om hun maagjes te vullen. Dan houden ze met gemak meer dan een halfuur hun adem in. Wow, dat doe ik ze niet na! Voorlopig kan deze baardrob nog even van het zonnetje genieten, dus ik laat hem verder met rust en vaar snel verder op zoek naar andere gave pooldieren.