TrosKompas

Freek Vonk

De bidsprinkhaan

Ik loop door de jungle van Rwanda, als ik vanuit mijn ooghoek iets in de takken zie bewegen. Ik moet even goed kijken, maar dan zie ik het: een bidsprinkhaan!

Voor deze verstoppersbazen moet je dan ook onwijs goed zoeken. De meeste bidsprinkhanen jagen niet achter hun eten aan. In plaats daarvan wachten ze gewoon totdat hun maaltje dichtbij genoeg in hun buurt is en dan… BAM! Vliegensvlug schieten die gevouwen roofpoten uit en snaaien ze het insect richting hun kaken. Eerst even netjes doodmaken is er niet bij; bidsprinkhanen genieten graag van een nog spartelend hapje. Bidsprinkhanen zijn bad ass – en de luipaarden onder de insecten. Ze beloeren en besluipen hun prooien. Hoe kan zo’n insect nou zo dom zijn om vlak naast een bidsprinkhaan te gaan zitten eten of rondlopen? Het is eigenlijk een beetje oneerlijk: de prooien zien ’m gewoon niet. Met hun vormen en kleuren vallen bidsprinkhanen perfect weg tegen de takken waar ze op zitten en ze wachten er geduldig op een sappig insect. Zó goed zijn deze jongens gecamoufleerd. Zelfs voor mij is het lastig om ze te spotten.

Kijken in 3D
Maar bidsprinkhanen hebben zelf een onwijs goed gezichtsvermogen. Het zijn de enige ongewervelde dieren die in 3D kunnen zien. Ze zien diepte in hun gezichtsveld en kunnen afstanden schatten, maar alleen als een prooi beweegt. Het zijn ook nog eens de enige insecten die hun kop ver naar achteren kunnen draaien (180 graden) om achter zich te kijken. Bidsprinkhanen bidden niet voor het eten, maar doordat ze hun voorpoten op een karakteristieke manier voor zich samenvouwen, komen ze aan hun naam. Het zijn ook geen sprinkhanen – ze springen niet eens. Daarom is hun naam wat misleidend. Bidsprinkhanen zijn nauwer verwant aan kakkerlakken dan aan sprinkhanen. Het zijn eigenlijk een soort roofkakkerlakken. Wat een bijzondere insecten!

praying-mantis-3401377_640© Pixabay / CC0 Creative Commons