TrosKompas

Freek Vonk

Blauwkopagaam

Ik ben in Zuid-Afrika en zie in de bomen iets knalblauws wegschieten. Eerst denk ik nog dat het een vogeltje is, maar als ik voorzichtig dichterbij kom zie ik het: een blauwkopagaam!

Blauwkopagamen zijn sociale hagedissen, die in kleine kolonies samenleven. Voornamelijk de mannetjes zijn een bekend gezicht in dit gebied, omdat ze, zeker in het paarseizoen, de gewoonte hebben een prominente plaats uit te zoeken om te zitten en hun omgeving te overzien. Vanaf deze plek knikken de mannetjes heftig met hun kop, of ze doen zelfs complete push-ups. Niet per se voor sterke spieren, wel om indruk te maken. Ze geven daarmee de grenzen van hun territorium aan, en het is ook bedoeld om indruk op de andere sekse te maken. Je ziet de mannetjes met felblauwe kop op rotsen, in bomen en op termietenheuvels zitten. Alleen de mannetjes hebben zo’n spectaculaire, knalblauwe kop!

Verkleuren voor warmte
Agamen kunnen, net als kameleons, van kleur veranderen. Er zitten cellen in hun huid die het pigment melanine bevatten. Wanneer het melanine-stimulerend hormoon wordt afgegeven door een deel van de hersenen, de hypofyse, verspreidt het pigment over het celoppervlak en dan wordt de huid donkerder. Dat is handig wanneer de agaam snel wil opwarmen in de zon. Donkere kleuren nemen warmte beter op. Zijn ze warm genoeg, dan maken ze zichzelf weer lichter. Het gebruik van pigment is bij de agamen dus belangrijk in de warmteregeling! Van kleur veranderen wordt ook gebruikt tegen roofdieren. De blauwkopagaam moet uitkijken voor slangen en klauwieren – een vogelsoort. Vooral de mannen, want die zitten het meest te kijk op hun uitkijkposten. Zodra een roofdier nadert, gaat een mannetje zo plat mogelijk tegen de rots aanliggen en verkleurt hij naar grijsbruin. Voor veel dingen handig, dat verkleuren!

© travlinman43  /CC BY-SA 2.0

BANNER_FREEK