TrosKompas

Freek Vonk

Kruisspin

Van de dikke 600 spinnensoorten in ons land zijn kruisspinnen waarschijnlijk het bekendst. Hun paringsritueel verdient echter niet de schoonheidsprijs…

Paren gaat onder kruisspinnen een beetje ongemakkelijk. Zo moet het mannetje, als hij in het web van het vrouwtje is geklommen, haar er eerst van overtuigen dat hij geen prooi is, maar een woest aantrekkelijke vent. Het mannetje is kleiner dan het vrouwtje, en vrouwtjes eten álles wat kleiner is dan zijzelf en in hun web verstrikt raakt, ook mannetjeskruisspinnen. Daarom tokkelt het mannetje aan de draden van het web en trommelt hij erop met zijn poten. Een soort liefdesserenade. Als het vrouwtje niet onder de indruk is van de muzikale kwaliteiten van de man en agressief reageert, laat het mannetje zich razendsnel uit het web vallen. Daarna klimt hij weer omhoog voor een nieuwe poging. Als hij eindelijk beet heeft, spant hij een ‘paringsdraad’ en hierop vindt de paring plaats.

Hangend onder haar kaken
De twee kruisspinnen hangen ondersteboven, tegenover elkaar, aan die wiebelende draad. Extra dimensie: hij hangt vlak onder haar kaken. Bij de kop van het mannetje lijkt een vijfde paar poten te zitten, dat zijn de tasters. Daarmee brengt het mannetje zijn sperma over naar de geslachtsopening van het vrouwtje. Na het paren zijn mannetjes verzwakt en de meeste worden opgegeten door vogels. Daarom zijn de meeste kruisspinnen die je in de herfst ziet vrouwtjes. Zij overleeft wat langer en eet verder om de eitjes in haar lijf een kans te geven. Die legt ze in de herfst en ze bevrucht ze met het opgeslagen sperma. Daarna gaat ook bij de vrouwtjes het licht uit. Er zijn maar weinig kruisspinnen die de winter overleven. In het voorjaar komen de bevruchte eitjes uit. Vanaf dan moeten de pasgeboren kruisspinnetjes zichzelf zien te redden!

BANNER_FREEK