Tijgerhaai

Haaien zijn oeroude dieren. Ze zwemmen al honderden miljoenen jaren op aarde rond. De tijgerhaai is een van mijn favorieten!

Tijgerhaaien komen bijna overal ter wereld voor in tropische en subtropische zeeën. Er zijn zelfs meldingen van tijgerhaaien bij IJsland en het Verenigd Koninkrijk – dit betreft waarschijnlijk enkele exemplaren die zich hadden laten meevoeren met de warme Golfstroom. Ze kunnen bijna vijf meter lang worden en meer dan 600 kilo wegen. Tijgerhaaien hebben kaken en tanden
die zó sterk zijn, dat ze door het schild van zeeschildpadden heen bijten. Daarnaast eten ze vissen, hun eigen soort, roggen, zeeslangen, watervogels, zeezoogdieren, kwallen, zeeleguanen, aas, wat eigenlijk niet? In de magen van gevangen tijgerhaaien is volgens verhalen veel gevonden: nummerborden, geweien, delen van honden en zelfs hele autobanden - het heeft ze de onflatteuze bijnaam ‘vuilnisbak met vinnen’ opgeleverd.

Doet-ie maar wat?
Tijgerhaaien zwemmen van heel ondiep water tot op mogelijk 140 meter diepte. Ze kunnen in troebel, relatief zuurstofarm water leven bij riviermondingen en in havens, maar ook in helder water rondom atollen en lagunes. Tijgerhaaien reizen flinke afstanden en doen geregeld verschillende gebieden en habitats aan, kieskeurig zijn ze niet. Het zijn sterke zwemmers, met onvoorspelbare migratie-patronen. Het lijkt wel of ze gewoon doen waar ze zin in hebben. Maar wellicht zit er meer achter. Door overal onverwacht op te duiken en na korte tijd weer verder te trekken, verrassen tijgerhaaien de lokale populaties prooien. Dat betekent altijd een onvoorbereid lekker maaltje, waar de haai ook gaat. Zodra prooien doorkrijgen dat er tijgerhaaien in hun gebied zijn en beter opletten, trekken de haaien verder. Wie weet tot ziens!