TrosKompas

Freek Vonk

Rolstaartbeertje

In Brazilië zie ik iets tussen takken kruipen; een rolstaartbeertje! Deze boombewonende acrobaat gebruikt z’n grijpstaart als een soort vijfde ledemaat.

Het rolstaartbeertje, ook wel kinkajou genoemd, is een boombewoner binnen de wasbeerfamilie, maar lijkt qua uiterlijk meer op een kleine primaat. Hij heeft een bruinachtige vacht, korte poten en klauwtjes met scherpe nageltjes. Je vindt rolstaartberen door een groot deel van Midden- en Zuid-Amerika. Hij gebruikt z’n grijpstaart als zekerheidslijn wanneer hij van de ene naar de andere tak springt. Hij heeft ook verdraaid handige voeten, die dankzij de zeer flexibele enkelgewrichten een halve slag om kunnen draaien. Stel je even voor dat je je eigen voet kunt draaien zodat je tenen recht naar achteren wijzen! Deze eigenschap, samen met de kracht in die grijpvoeten, maakt de kinkajou een zeer behendig beestje dat geweldig kan klimmen.

Extreem flexibel
Rolstaartbeertjes kunnen met gemak aan hun staart aan een tak hangen terwijl ze aan het eten zijn. Maar ook hun ruggengraat is extreem flexibel. Hierdoor kunnen ze een draai van 180 graden maken tussen hun bekken en hun hoofd. Anders gezegd: ze kunnen zo draaien dat ze hun eigen billen kunnen zien. Dit trucje onderscheidt de kinkajou’s van hun naaste familieleden, de wasberen en de coati’s. Met zo’n lenigheid bereik je zelfs het lekkerste fruit aan de uiterste puntjes van de takken! Deze dieren zijn vooral ’s nachts actief en eten voornamelijk fruit. Ze zijn echter ook niet vies van larven, insecten en andere ongewervelde diertjes. Dankzij hun lange tong snoepen ze ook geregeld honing uit bijennesten, waardoor ze ook honingberen worden genoemd. Ze snoepen echter niet alleen van honing, want ze hebben een nogal promiscue seksleven. Al bij al is dit een aap van een wasbeer!

Kinkajou © Public domain

BANNER_FREEK