TrosKompas

Freek Vonk

Dennenappelskink

Op een van mijn eerste reizen naar Australië, al vele jaren geleden, kwam ik een hagedis tegen die lijkt op een soort wandelende dennenappel, met de toepasselijke naam: dennenappelskink!

De grove, ruige schubben op het lijf van de dennenappel-skink werken als een soort kogelwerend, of eigenlijk tandenwerend vest. Het beschermt deze skink tegen aanvallen van roofdieren, zoals de kookaburra of grote slangen. Maar als die verdediging niet genoeg is, heeft deze skink nog een ander trucje. Hij is namelijk familie van de blauwtong-skinken. Als een roofdier te dichtbij komt, draait de skink zich in de richting van de vijand en steekt zijn blauwe tong uit zijn roze bek. Dit maffe beeld schrikt het roofdier meestal wel af. Werkt dit niet, dan maakt de skink hier nog wat sissende geluiden bij en maakt hij zichzelf zo groot mogelijk.

Levendbarend
In tegenstelling tot de meeste reptielen, die solitair leven, is de dennenappelskink best sociaal. Als een mannetje een aantrekkelijk vrouwtje op het oog heeft, blijft hij soms maandenlang in haar buurt. Hij duwt tegen haar aan om aandacht te trekken en geeft haar af en toe een likje. Als het vrouwtje geïnteresseerd is, paren ze, en bevalt het vrouwtje zes maanden later van twee redelijk grote skinkbaby’s – die meteen op eigen poten staan. Vaak komen de partners daarna jaren achter elkaar samen tijdens het broedseizoen. Het mannetje en vrouwtje hebben beide voordeel van deze monogame band. Dat bevallen is nog niet zo makkelijk. Deze skink is namelijk levendbarend. Ze hebben zelfs een soort primitieve placenta waarmee er een verbinding is tussen de baby’s en de moeder. Samen weegt de tweeling een derde van het gewicht van de moeder. Dat is alsof een vrouw bevalt van een drie jaar oud kind! Dat is dus een enorme aanslag op haar lijf. Knap!

2008_Tiliqua_rugosa

© Grant65 / Wikimedia Commons / CC Attribution 3.0 Unported

BANNER_FREEK