TrosKompas

Freek Vonk

Schuitbekreigers

In Belize duik ik diep de jungle in op zoek naar een ‘vreemde vogel’, die leeft in en rondom moerassen, vaak in gebieden die voor mensen moeilijk toegankelijk zijn. Eindelijk zie ik er vier in een boom: schuitbekreigers!

Het zijn verlegen en wat mysterieuze vogels. Nu slapen ze, verborgen in de struiken van het dichtbegroeide moeras. Pas als het gaat schemeren, komen ze in actie. De schuitbekreigers danken hun naam uiteraard aan hun gekke snavel, die een beetje lijkt op twee op elkaar geklapte roeiboten (schuiten). De snavel van de meeste reigersoorten is lang en puntig en wordt gebruikt om prooien aan vast te spiesen. Dat is voor schuitbekreigers veel lastiger. Ze proberen het wel, maar vaak pakken ze het toch net wat anders aan. Ze gaan roerloos langs het water staan en kijken aandachtig of ze een prooi voorbij zien zwemmen. Als ze eenmaal een prooi hebben gespot openen ze hun snavel en ‘vegen’ daarmee een hap water én de prooi op. Daarna gooien de reigers hun kop achterover en schudden het water uit hun snavel en slikken daarna de prooi levend en wel door.

Hap, slik, weg
De sterke spijsverteringssappen in hun lichaam zorgen er vervolgens voor dat de prooi netjes wordt verteerd. Ze gebruiken hun snavels ook als ‘hark’ om een drassige bodem om te woelen. Prooien die zich onder de modder verstopt hadden, komen zo bovendrijven en worden direct gegrepen. En op het menu van schuitbekreigers staan onder andere kleine kreeftachtigen, krabben, garnalen, insecten, wormen en kleine vissen. Eigenlijk alles wat ze op kunnen. Wat dat betreft zijn dit heel grote, kleine rovers!

Boat-billed_heron

© Patrick Gijsbers, GNU Free Documentation License

BANNER_FREEK