TrosKompas

Freek Vonk

Aziatische leeuw

Aziatische leeuwen komen nu alleen nog voor in Nationaal Park Gir in India. Het gaat de laatste jaren weer beter met de populatie, al brengt dat nieuwe uitdagingen met zich mee.

Het Gir Forest is maar berekend op ongeveer de helft van het aantal leeuwen dat er momenteel voorkomt, met andere woorden: nu gaat het eigenlijk weer té goed met ze. De leeuwen hebben steeds meer ruimte nodig. Daarom zoeken ze plek buiten het beschermde gebied, in de omliggende dorpen en boerenlanden. En een hongerige leeuw vormt een groot gevaar voor een mens. De afgelopen jaren zijn er al diverse incidenten geweest met dodelijke afloop. De ‘prooien’ die de leeuwen pakken zijn vaak kinderen, want die zijn het makkelijkst te overmeesteren. Net zoals ze bij hun natuurlijke prooien kiezen welke ze met de minste inspanning kunnen bejagen. Hun favoriete prooien zijn sambarherten. Ze delen die voorkeur met de vele luipaarden die ook in het park voorkomen. Toch zitten zij elkaar niet in de weg, want luipaarden vermijden de open gebieden waar leeuwen wel graag komen.

Genetisch gelijk

Er is wat verschil in uiterlijk te zien tussen Aziatische leeuwen en Afrikaanse. De Aziatische hebben een huidflap, die in de lengte over hun buik loopt, en de mannetjes hebben kortere en minder weelderige manen dan hun Afrikaanse neven. Maar na genetisch onderzoek in de afgelopen jaren zaten onderzoekers even met de handen in het haar: Aziatische leeuwen behoren tot dezelfde ondersoort als leeuwen-populaties in Centraal- en West-Afrika. Ze zijn voor de wetenschap nu gelijk! Leeuwen in Oost- en Zuid-Afrika zijn genetisch wél verschillend. De ondersoorten zijn van elkaar gescheiden door de Afrikaanse Riftvallei en het regenwoud in Centraal-Afrika. Hoe verrassend is dat: de wilde leeuwen die ik in Kenia en Namibië zag, zijn dichter verwant aan leeuwen in India dan aan die in Gambia. Interessant voor mij als bioloog, maar uiteindelijk zijn ze toch allemaal even indrukwekkend!

 

Beeld © Getty Images